Skip to content

Column 280

October 25, 2011

VROUW VAN DE WEEK

Mia De Schamphelaere, senator namens CD&V. Zij wil de opvoedkundige tik verbieden.

Daar heb je dus senators voor. Ze zitten in die reflectiekamer te reflecteren en vantijds veert één senator recht. De anderen dienen hem of haar dan verrast bewonderend aan te kijken en het vervolgens op een opgewonden gemompel te zetten. Na enkele tellen gaat de senator weer zitten, verstomt het geroezemoes en hervat het reflecteren. 

’t Is zwaar werk, maar het loont: je haalt er TerZake mee – en als het even meezit ook deze column. 

De opvoedkundige tik. In het tweede studiejaar had ik een meester die met zijn regel sloeg. Op je hoofd – tok! –, op je handen – tak! – en als je er écht om vroeg kon je ook wel een paar klappen krijgen op je rug of je bovenarmen, als je je ter bescherming afkeerde nadat je naar voren was gesommeerd teneinde klappen te krijgen. Mij overkwam het niet, want ik was – ook toen al – heel erg braaf, maar ik zag het gebeuren: een volwassen vent die met een houten regelstok op een mannetje van zeven stond te slaan. En ik herinner me een gevoel dat ik later zou herkennen als volstrekte minachting.

 

CITAAT VAN DE WEEK

“Wat een wedstrijd!”

Ik verontschuldig mij voor mijn neerslachtige bui, doch vorige zondag diende ik het live televisieverslag van een veldrit te ondergaan en ik ben er nog altijd niet helemaal van bekomen. Immers, wat stelde ik vast? Het gevreesde Filip Joos-virus heeft thans ook de commentatoren van deze sport besmet. Een epidemie is het. We zijn verdoemd.

“Wat een wedstrijd!” Tien keer, schat ik, riep een extatisch manspersoon het uit, op mijn tv. Tien keer, in pakweg twintig minuten. “Wat een wedstrijd! Wat een wedstrijd!” Ik keek naar het scherm en probeerde de opwinding te vatten. Enkele kerels op een fiets weerden zich dapper. De ene al dapperder dan de andere, zodat die ene een eindje voorop raakte. In zijn typische stijl, geloof ik. De anderen verachterden. Ook in hun typische stijl. En tja, van het een kwam het ander: de kerel die voorop reed, won. Een beetje voorspelbaar, vond ik.

Misschien is het dat wel, wat mij zo neerslachtig maakt: de voorspelbaarheid. De voorspelbaarheid der dingen. De voorspelbaarheid van al wat bijkomstig is. 

Van mij mag de tweede winnen. 

 

BOOM VAN DE WEEK

Nee, beste vrienden van het veldrijden, niet de Nederlandse pedalenbeul Lars Boom. Wél de boom van Anne Frank.

’t Is een kastanjeboom, vernam ik. Een erg zieke kastanjeboom, bovendien, zodat de vraag rees of die boom niet veiligheidshalve ge-euthanaseerd moest worden teneinde materiële schade en persoonlijk letsel te vermijden wanneer het stervend gevaarte plotsklaps zou omvallen.

Anne Frank was een jonge tiener en zat verstopt in een heel klein kamertje. Vanuit dat kamertje kon ze de boom zien – een stukje ervan – en een beetje kerktoren erachter. Meer was er niet, al die tijd. Ze keek uit het raam en zag de boom. Ze schreef erover. In het dagboek van een jong meisje dat verstopt zat voor de nazi’s. 

Zou Anne Frank ooit de luxe hebben gehad om volstrekte minachting te voelen?

 

VASTSTELLING VAN DE WEEK

Ruim een half miljoen Belgen heeft een ernstig alcoholprobleem, leerde ik deze week. 

Dat is één op twintig. Ga bij negentien Belgen staan, kijk om u heen en besef: één van ons heeft een ernstig alcoholprobleem. Van die twintig zijn er pakweg acht die niet drinken: zes vanwege te jong en twee vanwege te oud; dan zijn er nog de trendy geheelonthouder en de klassieke AA’er, zodat je het eigenlijk over één op tien hebt. Ga bij negen Belgen staan en kijk om u heen. Drie ervan zijn net klaar met joggen en spreken af dat ze morgenochtend om acht uur tachtig kilometer gaan fietsen, twee anderen hebben het over baantjes trekken – zij trainen voor een kwarttriatlon –, zodat je het eigenlijk over één op vijf hebt. Ga bij vier Belgen staan en kijk om u heen. Eén is verdrietig, één is boos, één is gespannen, één is eenzaam en één heeft dorst. 

Ik vind: in zo’n geval kun je maar beter dorst hebben.

 

AFSCHEID VAN DE WEEK

Dat van Maurice Béjart, de deze week overleden choreograaf die nog bekender is dan Davy Brocatus.

Oef.

Niet dat ik blij ben dat hij dood is, hoor. Maar het was dat, of een lofdicht op premier Yves Leterme schrijven.

From → Uncategorized

One Comment
  1. catherinelucas permalink

    De tweede is de eerste na de eerste. En over opvoedkundige tikken gaan we niet beginnen. Raised by nuns zou genoeg moeten zeggen.

Leave a comment