Skip to content

Wereldoorlog

January 4, 2020

Dan zit je daar, in je slobbertrui en pyjamabroek, een beetje te peuteren in het bord eten dat je, wegens lekker lui, in elkaar hebt geknutseld met overschotjes van de feesttafel – “die paté zal toch nog wel goed zijn, zeker?” –  en plots vergaat de wereld. Of zoiets. Je snapt het niet goed. Je hebt er eigenlijk ook niet zoveel zin in, maar er lijkt geen ontkomen aan: alle tv’s en radio’s en sociale media braken berichten over een raketaanval van de Verenigde Staten. Ergens in het Midden-Oosten (waarvan je, eerlijk gezegd, niet echt goed weet waar dat precies ligt, want je gaat altijd op reis naar Spanje omdat ze daar Vlaams spreken). En daarbij is een generaal omgekomen. Van Irak of Iran of hoe heet het daar allemaal. Maar het was blijkbaar een belangrijke generaal, want ineens staat iedereen luid roepend met geladen pistolen naar elkaar te wijzen en moeten we bang zijn voor het uitbreken van de Derde Wereldoorlog. De Derde Wereldoorlog, begot. En je had nog nooit van die mens gehoord. Wie zeg je? Soleimani? Is dat geen voetballer? 

Plots heb je geen trek meer in die paté. Bedánkt, Trump. 

Zo gaat dat dus. Er gebeurt voortdurend van alles. En je weet er niks van. Vroeger wist je dat niet, dat je er niks van wist. Je wereld was klein, geruststellend klein. Overzichtelijk en eenvoudig. Er waren de goeien, en de slechten. Jij was een van de goeien. En de slechten waren ver weg. Vandaag zijn de slechten overal. Wees daar maar zeker van. Alleen: je ziet ze niet. Ze zijn onherkenbaar. Onzichtbaar. 

Een enkele keer worden ze zichtbaar. Heel even. Je moet snel zijn en scherp toekijken. Want even gauw zijn ze weer verdwenen, in een nevel van schimmige tussenpersonen. Deze en vorige week bekeek ik op Canvas de tweedelige Frontline-documentaire over de moord op journalist Jamal Khashoggi en de rol van de Saudische kroonprins Mohammed bin Salman daarin. Er bleek van alles te zijn gebeurd, waar ik niks van wist. In een flits meende ik het gelaat van het kwaad te zien. Het grijnsde. En toen was het even snel weer weg. Daar zat ik dan, in mijn slobbertrui en pyjamabroek. 

 

(De bijzaak)

Trouwe lezer van deze bescheiden prachtcolumn, u verdient felicitaties. U worstelt zich thans door het vierde weekend in twee weken tijd. Dat vergt schier bovenmenselijke krachtsinspanningen. Ruw geschat komt zulks neer op tien vooravonden flink aperitieven, acht avonden stevig tafelen, zes nachten comateus slapen, vier ochtenden brak wakker worden en twee dagen op survival bij uw schoonfamilie. 

From → Uncategorized

Leave a Comment

Leave a comment