Skip to content

Koortje

January 18, 2024

Hoe ouder we worden, hoe meer sneeuw we ons herinneren. Een dagje wordt weken, vijf centimeter wordt er dertig, veertig, vijftig. Voor ons geestesoog zien we ons des winters dagen naeen kniehoog door de sneeuw ploeteren. 

Bovendien vroor het steevast dat het kraakte en strompelden we al na enkele meters met een bevroren snotkegel van wel tien centimeter uit onze neus naar school. Daar moesten we dan eerst een halfuur ontdooien bij een chauffage die ofwel niet werkte ofwel kokend heet was, vooraleer we les kregen over Afrika, waar de arme zwartjes op het zilverpapier van onze chocoladerepen zaten te wachten. We snapten er niks van: chocolade was toch slecht voor onze tanden? 

Het is met sneeuw zoals met de lange hete zomers: onze herinneringen bedriegen ons. 

Wat we ons waarlijk nog herinneren, voldoet niet. Zwaktebod. Dat vullen we dus aan. Met herinneringen aan foto’s en filmpjes die we al een eeuwigheid niet meer hebben gezien. Met herinneringen aan verhalen over gebeurtenissen die we ons niet meer herinneren, uit de mond van ouderen die we ons nog amper herinneren. En gaandeweg worden de winters kouder, de zomers heter. We construeren een denkbeeldig verleden, waarin het goed toeven was. Met échte zomers, échte winters, échte sneeuw. 

Ik herinner me één witte kerst. Die herinner ik me omdat we toen bij nacht en ontij in de vrieskou en de sneeuw naar de middernachtmis zijn gewandeld omdat mijn broertje er in een schoolkoortje zong. Niet eens een kilometer, schat ik, maar hoe leit dit Kindeke hier in de kou, ziet eens hoe alle zijn ledekens beven nog-aan-toe, het was een helse tocht. Vooral omdat ik er danig tegen opzag, tegen die middernachtmis — ik was toen al van mijn geloof gevallen, en dat was geen schwalbe. Maar aangezien Kerstmis niet alleen een feest van kroketten was, maar ook van vrede op aarde, en wij toen als tieners volstrekt niks te zeggen hadden, stapten wij gedwee met vader en moeder mee, mijn zus en ik. 

Eén witte kerst, dus. Net zoals ik me één heuse hittegolf herinner. Maar die is ondertussen toch al een jaar of vijfenveertig geleden. Ik herinner me dat het toen héél lang héél warm was, en héél droog, en dat er voor het gazon sproeiverbod was, en dat ik me te pletter zweette in mijn ribfluwelen jasje dat ik aan moest voor de mondelinge examens.

Heb ik sindsdien nog hittegolven meegemaakt? Ongetwijfeld. Maar die herinner ik me niet echt, omdat er niets bijzonders in mijn leven aan te koppelen valt. Zoals ik me die ene witte kerst herinner omdat mijn broertje in een koortje zong. 

Er is vanmorgen een halve centimeter sneeuw gevallen, in mijn straat. Bericht aan de kleinkinderen: het was een halve meter.

From → Uncategorized

3 Comments
  1. Nico permalink

    ‘k Moest even naar adem happen bij “leit”, maar een paar woorden verder had het Kindeken in mij het geplaatst. Prachtig stukje tekst, Jan !

Trackbacks & Pingbacks

  1. De zoektocht naar een sterke man (vangst #154) – Aanlegplaats

Leave a comment